Voor supervrijwilliger André Roelofs is nooit iets te veel
Zelf vindt hij de term ‘supervrijwilliger’ véél te veel eer, maar het is toch echt het woord dat gebruikt werd om André Roelofs uit te roepen tot ‘Held van Heino’. En eerlijk? Daar valt vrij weinig tegenin te brengen. De lijst met zijn vrijwilligersklussen is ein-de-loos. Zo verwelkomt André de deelnemers van de Sallandse Wandelvierdaagse al jaren in ons mooie Heino. Aangezien het evenement er – op het moment dat we dit schrijven – weer aankomt én wij een speciale wandelrubriek hebben, vonden we dit het perfecte moment om André uit te nodigen voor een wandeling.
Het is een druilerige herfstdag als we met André het Bouwhuisbos inlopen. De bladeren aarzelen nog tussen groen of oranje, maar de herfst begint het toch echt van de zomer te winnen. Op de achtergrond raast de N35, maar verder is het rustig in het bos. Stil bijna, maar dat blijft het dankzij André niet lang. Enthousiast vertelt hij over zijn jeugdherinneringen aan deze plek. Hij speelde hier graag, croste rond op zijn fiets en ontdekte geheime paadjes. “Ik vond het heerlijk”, zo vertelt André. “Ik zat niet graag stil, wilde altijd iets doen. Dat is duidelijk nooit veranderd.” Dat kun je wel zeggen, want op z’n veertiende (!) werd André al vrijwilliger. Jeugdsoos Flurk klopte bij hem aan. Of eigenlijk bij zijn vader. “Ze vroegen of mijn vader de schoorsteen van hun nieuwe locatie wilde vegen. Dat wilde hij vast, maar hij zou er ook geld voor vragen. En dus zei ik: ‘Als ik het doe, kost het je niks’. Ik vind het fijn om iets goeds te kunnen doen voor iemand. Tegelijkertijd voelde ik me thuis bij Flurk, omdat iedereen mocht zijn wie hij was. Sindsdien bleef ik aangehaakt. Ik vond het heerlijk om te helpen, samen dingen te doen en organiseren. Dat zit in mijn genen gebakken. Ik wil graag dienstbaar zijn.”
Onbetaalbaar
Daarmee zegt André niets te veel, want de afgelopen vijftig jaar zette hij zich vol passie en energie in voor heel veel verschillende zaken. “Van mijn veertiende tot nu – ik ben 67 – heb ik eigenlijk geen moment géén vrijwilligerswerk gedaan”, zo vertelt André terwijl we het smalle slingerpad volgen. “Ik ben bijna elke dag wel met een project, activiteit of actie bezig. Ik denk dat ik bijna voor elke vereniging in het dorp weleens iets heb gedaan. Dat gaat van de schietvereniging, het popkoor en de volleybalvereniging tot de Omheining en de organisatie van tachtig jaar bevrijding.” Het valt even stil terwijl we voorzichtig een glad en gammel bruggetje oversteken. Eén van de velen in dit bos. “Vrijwilligerswerk zit door mijn leven vervlochten. Ik leef mijn leven en daar hoort vrijwilliger zijn gewoon bij”, zo vertelt André. “Ik zie het niet als een verplichting, maar als iets moois. Dat komt ook omdat ik een brede interesse heb en heel veel dingen leuk en interessant vind. Tegelijkertijd is dat ook mijn manco, want daardoor zeg ik niet snel ‘nee’. Als ik iets mooi vind, dan ga ik er vol voor. Ik geloof dat het me zoveel meer brengt dan dat het me kost.” Even tuurt André over het watertje waar we langslopen. Er verschijnen tranen in zijn ogen. “Ik heb me ook tien jaar ingezet voor Alpe d’Huzes. We begonnen met een groep Salland d’HuZes en we organiseerden zoveel mooie acties. Zo hebben we heel veel geld ingezameld voor het KWF en dat is fantastisch, maar als je dan op die berg staat en je praat met mensen die ziek zijn… Ik vond het zo indrukwekkend om te zien hoe zij wisten te leven met hun ziekte, ondanks dat ze wisten dat ze dood zouden gaan. Dat soort momenten zijn onbetaalbaar.”

Alleen kan ik niks
Ondertussen verdwijnt het bos achter ons en verschijnen er in de verte auto’s. De Raalterdwarsweg komt in zicht en in ons gesprek komt de waardering die André vanuit het dorp krijgt ter sprake. “Natuurlijk is het prachtig om een lintje te krijgen en om uitgeroepen te worden tot Held van Heino, maar dat is voor mij maar een symbool. Ik mocht de woorden lezen van de mensen die me hadden voorgedragen en dat deed me zoveel meer. Tegelijkertijd blijf ik het zeggen: ik ben slechts een eenling. Alleen kan ik helemaal niks. Alles wat ik doe, doe ik samen met anderen. Met z’n allen bereiken we al die mooie dingen. Daar ben ik trots op.” Inmiddels lopen we richting het centrum en langzaam verschijnt de kerk die boven het dorp uittorent. Samen blikken we vooruit op de toekomst. “Ik probeer her en der wel wat vrijwilligerswerk af te bouwen”, zo geeft André toe. “Maar helemaal stoppen? Nooit. Ik denk dat ik zelfs in het verzorgingshuis de bingo nog zal draaien.”


Een reactie achterlaten?